maandag 9 mei 2011

Ada

Mijn vingers vlogen over het toetsenbord van mijn laptop heen. Ik scrollde door archieven van oude kranten. Na zo'n 20 minuten zoeken was het er dan. Ik had net een klein achtergrond onderzoekje gedaan naar Elliot. Eigenlijk had ik hem min of meer achervolgd zodra mijn lessen waren afgelopen. Hij had gemompeld over 'zijn Lilly'. Over haar mooie, volle, bruine haren. Haar lieve gezichtje. Haar gevoel voor humor en haar perfecte ouders. Op het scherm van mijn laptop stond een foto van Lilly. Ze was inderdaad mooi. Ik streek met mijn wijsvinger over het beeldscherm heen. Ik had zin in een klein experimentje. Ik drukte op printen en liep naar mijn kast waar ik het zachte geluid van mijn printer hoorde. Het gromde een beetje. Van oudheid. Toen hij stil was opende ik de kast en lag er een klein stapeltje papier. Verscheidene krantenberichten en bovenop de foto van Lilly. Ik ging voor de spiegel staan en schrok even van mezelf. Ik zag er eigenlijk best wel verschrikkelijk uit. Daar moest ik me niets van aantrekken. Met moeite trok ik het elastiekje uit mijn haar. Het zat vast in mijn haren door de klitten. Ergens hier in mijn kamer zou een borstel moeten liggen. Ik keek onder mijn bed en vond een doos waarop ik met mijn kriebelige handschrift had geschreven: 'Oude spullen'. Voorzichtig veegde ik het stof van de deksel en haalde ik hem ervanaf. In de doos lagen wat oude spullen van mij, onder andere een haarborstel. Met dat ding in mijn hand ging ik weer voor de spiegel staan. Eerst borstelde ik mijn pony een beetje in model. Vervolgens haalde ik de borstel met grote halen door mijn haar heen. Voor het eerst sinds jaren leek het fatsoenlijk te zitten. Ik haalde de make-up van mijn gezicht en deed voorzichtig een kleine, nieuwe laag mascara op. Mijn zus Sharon had dit vast prachtig gevonden. Ik vergeleek mezelf met de foto. Perfect. Nu ging ik Elliot opzoeken en kijken hoe hij zo reageren. Ik griste een verse kladbok en een afgeknauwde pen mee en verliet mijn kamer, na eerst mijn laptop te hebben opgeruimd. Elliot. Als ik hem goed genoeg had bestudeerd was hij nu óf buiten óf in zijn kamer. Ik besloot voor de laatste optie te gaan. Ik nam de kortste weg naar zijn kamer en klopte op de deur. Die ging vrijwel meteen open. De deur kraakte. Ik schreef het op. Toen ik opkeek van mijn kladblak hing Elliots gezicht recht voor me. Ik schrok niet en keek hem doods aan. Elliots hand bewoog naar mijn hoofd. Niet om me te slaan, maar ik sloeg hem wel. Ik zag dat hij zich geen houding kon geven. Vervolgens draaide zijn ogen weg en viel ie op de grond. Ik hurkte naast hem neer en bekeek hem eens goed. Uit mijn broekzak haalde ik een reageerbuisje. Daarin stopte ik wat haar van hem. Elliot was mijn nieuwe onderzoekspersoon. Iets aan hem was interressant. Met bijna geen moeite sleepte ik hem in zijn bed, zocht ik iets van een foto, duwde die in zijn hand en liet het lijken alsof hij gewoon sliep. Daarna ging ik de kamer uit. Erop lettend dat ik de deur niet liet kraken. Weer terug op mijn eigen kamer trok ik mijn la met mappen open en stopte ik het buisje en mijn kleine aantekening in de map van Elliot. Naast de kast stond nog een lege doos. Daar schreef ik met een zwarte watervaste stift 'Lilly' op. In die doos zou ik alle foto's en artikelen die ik over haar kon vinden stoppen.
Ugh, ben een beetje uit Ada. Komt vast wel weer terug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten